vrijdag 3 augustus 2012

Stilte

De stilte. Is het wel eens stil om me heen? Eigenlijk nooit. Ik hoor mezelf typen. Ik zet een cd op. Het horloge tikt. Buiten raast en toetert het verkeer. Echte stilte heb ik in mijn dagelijks leven nooit.
Ik zoek die stilte wel eens op. In een klooster, waar ik dan een paar dagen ben. Het klooster is de uitgelezen kans om tot volledige rust te komen. De stilte laadt je batterij weer op. Het enige nadeel is dat die batterij vaak ook weer leeg loopt.
Ik ben erg in mijn sas met het initiatief vanuit de Protestantse Kerk. Dit kerkgenootschap wil een protestants klooster vestigen. Nijkleaster is de naam. De locaties is Jorwert. Inderdaad, de plek waar volgens Geert Mak God definitief verdwenen is.
Maar wat is definitief in onze tijd?
Voor een bijbelstudie voor een evangelisatieproject heb ik nagedacht over de stilte. Als tekst uit de Bijbel koos ik voor 1 Koningen 19. Dit is het verhaal van Elia, na de twist met de Baälpriesters. Elia gaat met die priesters een weddenschap aan. Op de berg Karmel moet Baäl bewijzen dat hij bestaat, tegenover God.
Baäl geeft niet thuis, en het voor hem opgestelde offer blijft onaangeroerd. Elia heeft ook een offer, en laat altaar doorweken met water. Na een kort gebed - een stuk korter dan de rituele dansen van de Baälpriesters -, vernietigd God met vuur het altaar van Elia. Zijn bewijs is geleverd.
Als koningin Izebel de profeet laat weten dat hij wordt gedood, gaat Elia de woestijn in. Oververmoeid en erg depressief rust hij uit bij God. Die geeft hem wat te eten, en zoekt hem in eigen persoon op.
Zijn komst kondigt God aan via een windvlaag, een aardbeving en vuur. Maar dat zijn slechts aankondigingen. Pas in het geluid van een bries komt God bij Elia. In die stilte motiveert God Elia om nog een korte tijd die krachtige profeet te zijn.
Het moraal van het verhaal is volgens mij dit. Dat we soms grote en hooggespannen verwachtingen hebben van God. Maar dat Hij elke keer ons weer verrast. Door kleine dingen, zoals de stilte in plaats van groot natuurgeweld.
Jezus zegt iets vergelijkbaars in het Nieuwe Testament. Hij vraagt van Zijn leerlingen geen grote daden. Die kunnen wel gebeuren, maar daar draait het niet om bij Jezus. Sterker nog, Jezus vraagt Zijn leerlingen om gevangenen te bezoeken. Om hongerigen en dorstigen te voorzien van eten en drinken. Om naakten te kleden. Om weduwen en wezen bij te staan. 'Wie dit doet aan de minste van Mijn broeders, heeft dat aan Mij gedaan', zegt Jezus.
Zo is God: te groot voor ons om te bevatten, maar te klein in gedaante zodat we Hem over het hoofd zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten