Dit blog is
afgelopen. Dominee Van Zanten is echter niet voorbij. Vanaf morgen is Ds. Van
Zanten te lezen op www.fritstromp.nl. Een
nieuwe kansel, zogezegd.
woensdag 31 juli 2013
dinsdag 30 juli 2013
Koopzondag of koopmaandag
De
verslaggever van NOS had vanochtend de zomercolumn. Hij vertelde over zijn
woonplaats Utrecht, waar sinds kort alle winkels op zondag open zijn. Elke zondag
koopzondag. Want zondagmiddag om drie uur moet je wel een spijkerbroek kunnen
kopen.
Nietwaar?
Maar de
zomercolumn is op maandag opgenomen. De dag dat alle winkels in hetzelfde
Utrecht dicht waren. Moraal van het verhaal was dat dit de prijs van de
vooruitgang was.
Mooie
vooruitgang dan.
zondag 14 juli 2013
Rumah Saya
Vorige week
schreef ik over mijn zwervende bestaan. Ik had het onder meer over het liedje
Engjelushe van Stef Bos. Altijd maar onderweg, naar een nieuwe bestemming. Overal
thuis, dus altijd een vreemde. Een verloren bestaan, zou je kunnen zeggen.
Een vergelijkbaar
thema zit in het lied Rumah Saya van Doe Maar. Geschreven door Ernst Jansz, een
Indo. Zelf geboren in Nederland, maar zich niet thuis voelend in het kale land.
Verlangend naar het land van zijn vader. Maar ook daar als een vreemde worden
aangekeken.
Zwevend tussen
het moederland en het vaderland.
Ik zal niet
zeggen dat Rumah Saya 1-op-1 op mij van toepassing is. Maar in literaire zin is
het een mooi thema.
dinsdag 9 juli 2013
Verloren te leven
Omdat ik geen eigen gemeente heb, reis
ik nog veel door het land. Maar ik kom altijd weer thuis. In Leeuwarden. Want de
Friese hoofdstad is mijn uitvalbasis. Voor al mijn activiteiten. Het is prettig
om ondanks het vele gereis een eigen stek te hebben.
Vossen hebben holen, de vogels hebben
nesten. De Zoon des Mensen heeft geen plek om Zijn hoofd te rusten. Hoewel Hij
woonde in Kapernaüm. En was opgegroeid in Nazareth in Galilea. Toch was Hij
altijd opgejaagd.
Zo ben ik dus niet. Wel altijd onderweg –
en in die zin lijk ik wel wat op mijn Werkgever. Met dit verschil dus, dat ik
wel ’s avonds mijn hoofd te ruste leg. Op mijn eigen bed nog wel.
Omdat ik veel uit van huis ben, ben ik
ook niet getrouwd. Niet omdat ik dat niet zou willen. Of omdat ik dat
onverenigbaar met mijn functie als voorganger. Maar puur uit een praktisch
motief: ik heb er weinig tijd voor. Of ik neem er weinig tijd voor. Zoiets kan
natuurlijk ook.
Van de week vroeg iemand naar mijn
huwelijkse staat. Er zijn toch genoeg meisjes vrouwen die als een hulp
bij u passen, dominee? Terwijl ik die vraag hoorde, moest ik denken aan een
liedje van Stef Bos, die zanger uit ‘het gereformeerde Veenendaal’.
In het lied Engjellushe bezingt Bos twee
meisjes die hem aankijken. Bos schreef het liedje in een land uit –ik geloof-
het voormalige Joegoslavië. Engjellushe en
Marinella. In het eerste couplet introduceert Bos ze als volgt:
Ze zijn overal thuis
Dus altijd een vreemde
En ik weet wat het is
Om verloren te leven
Twee kleine meisjes
Kijken mij aan
Ze zitten daar samen
En ik zing hun naam
Ik weet wat het is om verloren te leven. Ik leid geen
verloren bestaan. Zo is het niet met mij gesteld. Maar ik snap wel wat Bos
hiermee bedoelt. Altijd op weg, altijd maar aanpassen aan het nieuwe. En daarmee
niet jezelf kunnen zijn, zodat je altijd een vreemde bent.
Zo voelde ik mij toen ik de vraag kreeg over mijn
(toekomstige) huwelijksleven. Ik leef wat verloren tussen hier, nu, daar, toen,
altijd, overal, onderweg, thuis.
Onrust.
Misschien dat die onrust wel weggaat als ik een vrouw aan
mijn zijde heb. Maar daarvoor moet ik eerst in een diepe slaap komen. En het
moet me een rib uit mijn lijf kosten. Hopelijk ben ik daar spoedig aan toe.
zaterdag 6 juli 2013
Egypte
Egypte is een ‘dynamisch
land’, heet dat dan. Een land in ontwikkeling. Maar ik weet niet of ik deze
ontwikkeling zo dik onderstreep. Van oudsher heeft Egypte een negatieve klank,
zeker bij joden en christenen. Het Egypteland staat gelijk aan de slavernij. Volgens
mijn vrijzinnige collega’s is Egypte het symbool van slavernij, maar is van een
historische onderdrukking geen of nauwelijks sprake.
Dat is op voor
dit verhaal ook niet heel relevant, of de slavernij van de joden in Egypte
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Ik geloof van wel. Daarmee behoor ik
misschien tot een steeds kleinere minderheid. Maar waarom zou de minderheid
geen gelijk kunnen hebben?
In elk geval
is de naam van Egypte in theologische zin verbonden met onderdrukking. De farao,
de oude koning van het land van de Nijl, en de piramides. Symbolen van vroeger,
van vervlogen tijden. Wat toen was, geldt nu allang niet meer.
Toch?
Ik weet het
niet. Natuurlijk is het goed dat een dictator het veld moet ruimen. Een leider
mag nooit boven het volk staan. Het volk mag nooit doodsbang zijn voor de
leider. Dat was voor Mubarak een harde les. De Arabische Lente kostte hem zijn
politieke kop.
Maar wat je
ook van die dekselse Hosni mag vinden, hij bracht wel een redelijke stabiliteit
in het Midden-Oosten. De relatie met Israël was gespannen, maar de kans op
oorlog tussen deze twee landen was minimaal.
Nadat de
demonstranten aanhielden en daardoor wonnen, brak het land uit in chaos. Het machtsvacuüm
is nooit helemaal goed gevuld. De eerste democratisch gekozen president, Morsi,
moest begin deze maand ook zijn koffers pakken. Spreekwoordelijk dan, want de
man staat onder huisarrest.
Wat er nu gaat
gebeuren, is niet duidelijk. Van een routekaart naar stabiliteit is niets te
vinden. En dat vind ik jammer. Misschien varen de Egyptenaren wel bij
duidelijkheid en structuur. Die duidelijkheid en structuur valt op dit moment
lastig te combineren met een jonge democratie.
Zo is vandaag
een priester vermoord. Een koptische priester. Misschien omdat de koptische
paus de coup tegen Morsi steunde. Morsi was een Moslimbroeder, en de moord op
de priester komt uit de Moslimbroederschap.
Moraal van het
verhaal?
Maranatha!
vrijdag 5 juli 2013
Godsacker van Franeker
In Franeker
heb je De Skûle. Deze instelling zet zich in op sociaal-cultureel gebied. En wil
mensen met elkaar verbinden. Het bekende werk: ouderen en jongeren, krachtigen
en zwakkeren. Verbinden van mensen. De maatschappij weer tot een geheel maken.
Tot zover de
hoffelijkheden. Als dominee kan ik hier niet tegen zijn.
Wie wel,
overigens?
Maar het meest
opvallende aan deze organisatie vind ik de fysieke locatie. Misschien moet ik
er niet meer achter zoeken dan een toevallige samenloop van omstandigheden. Hoewel
ik trouwens niet in het toeval geloof – Zondag 10 van de Heidelbergse
Catechismus leert dat we álles, gezondheid, ziekte, voorspoed, tegenspoed,
leven en dood uit Gods hand ontvangen.
En toch, laat
ik het dan frappant noemen.
Dat De Skûle
op Godsacker is gevestigd.
Mooier kan het
niet.
dinsdag 2 juli 2013
Maarten van Roozendaal
Gisteren overleed
liedjesmaker Maarten van Roozendaal. Hij was al geruime tijd ernstig ziek. Een
wedergeboren christen kon je Van Roozendaal niet noemen. Met een tekst als
bijvoorbeeld ‘Red mij niet’.
Dat vind ik
triest.
Over zijn
sterfbed is niets bekend – maar toch hoop ik dat Van Roozendaal genuanceerder
is gaan denken. Over zijn sterven is helemaal niets bekend – maar misschien dat
Van Roozendaal zich als de moordenaar aan het kruis zijn leven heeft gekeerd.
Je weet het
niet.`
Ik hoop het
maar voor hem.
zondag 30 juni 2013
Carel ter Linden – Wat doe ik hier in godsnaam?
Het afgelopen weekend heb ik het boek ‘Wat
doe ik hier in godsnaam’ van mijn collega-pastor Carel ter Linden gelezen. Om twee
redenen. De eerste reden is dat ik het boek wilde lezen in het kader van de
vakliteratuur. Het is goed om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen
binnen je vakgebied.
De tweede reden was voor mij misschien
wel doorslaggevender. De media meldden namelijk dat de voormalige hofpredikant
Ter Linden met dit boek afscheid nam van het christelijke geloof. Ik wilde dat
zelf beoordelen.
Terwijl ik bedacht dat ik dat zelf wilde
beoordelen, schoot me God in gedachten. De God waarvan Carel dus afstand zou
hebben genomen. Want mij bereikten de berichten dat Ter Linden zijn besluit had
genomen. Dat ik zijn gedachtegang zelf wilde beoordelen, linkte ik aan Gods
bezoek aan Abraham.
In Genesis 18 wordt beschreven hoe drie
mannen een bezoek brengen aan Abraham en Sara. De drie mannen blijken God en
twee engelen te zijn. Drie mannen met een missie. Ze kondigen het hoogbejaarde
echtpaar aan dat ze het jaar erop een gezonde zoon hebben.
Na een oosterse maaltijd, doet Abraham
God uitgeleide. De Heer vertrouwt Abraham toe dat Hij van plan is om Sodom en
Gomorra om te draaien. Maar voor het zover is, gaat God naar die twee steden
toe. Als argument voor Diens bezoek, zegt God tegen Abraham:
‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit
tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over
hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen.
Dat wil ik weten.’ (vers 18 en 19).
Dat wil ik weten.
Ik zal niet zeggen dat Wat doe ik hier
in godsnaam? het nieuwe Sodom en Gomorra is. Maar ik wilde wel weten wat Ter Linden
schreef.
Laat ik beginnen te zeggen dat Wat doe
ik hier in godsnaam? een persoonlijk inkijkje geeft in Ter Lindens theologische
keuken. Maar daarmee is het ook gezegd. Want inderdaad: Ter Lindens jongste
boek, met een provocerende titel, is inderdaad een droevig boek.
Waarom?
Omdat van God geen spaan heel wordt
gelaten. God bestaat volgens Ter Linden niet. De Schepper is een verhaal, een
transcedent gegeven. De evolutieleer (lang niet altijd even sterk) wordt als de
waarheid neergezet. En God wordt aan onze menselijke verbeelding gespiegeld. Wie
zo de Bijbel leest, houdt inderdaad weinig over van God.
Ter Linden beschrijft de klassieke
vragen in zijn boek. Als God er is, als Hij liefde is, waarom dan tsunami’s?
Waarom dan Auschwitz? Waarom het lijden? Waarom kanker? Vragen die sinds de
zondeval het menselijk geslacht teisteren.
Vragen die in ons bestaan relevant zijn.
En vaak ook onbeantwoord blijven. Omdat we ons niet kunnen voorstellen dat God
dat toelaat. We weten niet waarom God ons straft, ervan uitgaande dat ellende
een oorzakelijk verband houdt met zonde. En met God.
Laat ik afsluiten met de intro van
Willem Smouters recensie in ND Gulliver van vrijdag 21 juni jongst lede: “Dominee
Carel ter Linden neemt in zijn recente boek vrijwel volledig afscheid van het
christelijk geloof. Goed voorstelbaar. Gelukkig is God groter dan ons
voorstellingsvermogen.”
N.a.v. Carel ter Linden – Wat doe ik
hier in godsnaam?, uitgeverij De Arbeiderspers Utrecht, 2013
zaterdag 29 juni 2013
Vervelende reclame
De laatste
dagen hoor ik op de televisie een vervelende reclame. Een jongen zoekt via een
hotel-zoekmachine naar een geschikt hotel. Uiteraard voor z’n tweeën – vriendin
gaat ook mee. Dat is al een ding: de tijd dat je mee mocht met je schoonfamilie
in spe, en dat je dan op de kamer van je aanstaande zwager sliep, ligt ver
achter ons.
Nee, nu ga je
gezamenlijk op vakantie. Met z’n tweetjes. Ongeacht de lengte van de verkering.
Of je nu al drie jaar verkering hebt, of elkaar vanmiddag op de markt hebt
leren kennen, it makes no difference.
Het meest
vervelende vind ik de vraag, gesteld door een willekeurig meisje: “Slapen
jullie niet samen?” De jongen had daar zelf nog niet aan gedacht. Uiteraard
slapen ze samen.
De tijd dat je
met elkaar het bed deelt als je getrouwd bent, is achterhaald. Natuurlijk slaap
je met je partner. En of je je vriend of vriendin al lang kent of juist nog
kort, maakt niet uit. Het gaat om het moment van nu.
Nu ben je
samen, nu geniet je van elkaar. Dus nu moet je het ervan nemen.
Ik mag dan wel
ouderwets zijn, maar ik vind dit dus niet kunnen.
dinsdag 25 juni 2013
Mijn geloof, deel 2: rond de bocht ligt er genade
Gisteren schreef ik
iets over mijn geloof. Over het dynamische karakter van mijn geloof. Ik schreef
dat het in mijn geloof gaat om de boodschap, en niet om de letterlijke
formulering. Dat is natuurlijk ook niet haalbaar in de kerk na Pinksteren: de
boodschap van Jezus’ opstanding heeft in elke taal weer andere woorden en
formuleringen.
Ik ben wel voorstander
van het gebruik van herkenbare formuleringen. De Tale Kanaäns, zo je wilt. Het laat
zien uit welke stroming je komt. Voor je zieleheil heeft het niets van doen.
Ik kan mijn geloof het
beste verduidelijken aan de hand van een citaat. Dit citaat komt van Bob Dylan,
geboren en getogen als een joods jongetje, daarna een ‘born again’-christen, en
weer later een religieus wezen. In
een interview in 1997, sprak Dylan het volgende:
Here's the thing with me and the
religious thing. This is the flat-out truth: I find the religiosity and
philosophy in the music. I don't find it anywhere else. Songs like "Let Me
Rest on a Peaceful Mountain" or "I Saw the Light"—that's
my religion. I don't adhere to rabbis, preachers, evangelists, all of that.
I've learned more from the songs than I've learned from any of this kind of
entity. The songs are my lexicon. I believe the songs. (bron:
David Gates, Newsweek, ‘Dylan Revisited’, 8 juni 2010).
Dit is wat ik bedoel. Voor
mij is het niet alleen I Saw The Light, maar ook Nederlandse varianten. Zoals bijvoorbeeld
In Een Ander Licht, het Bijbelproject van Stef Bos en de NRCV. Of neem Broeder
Dieleman, een Zeeuw met een gereformeerd-vrijgemaakte achtergrond. Schitterende
teksten en muziek: ‘Rond de bocht ligt er genade’, of ‘Bid voor ons, die
zondaars zien’.
De band Deadman met hun
plaat Take Up Your Mat And Walk is ook schitterend. En kan met recht worden
genoemd in dit verband.
Bob Dylan, de man van
het citaat, is voor mij bij uitstek de vertegenwoordiger van dat religious
thing. Hij neemt de Bijbel volstrekt serieus. Beelden uit het Woord maakt hij
zich eigen en maakt er een nieuwe verhaal van. Met dezelfde boodschap.
De boodschap van
ellende: de mens is ten dode opgeschreven. De boodschap van hoop: want de mens
is verlost uit zijn ellendige en verrotte situatie. De boodschap van
dankbaarheid: dat is Dylans lifestyle. Door met zijn talent (liedjes maken) te
verkondigen hoe het zit.
Dat is mijn geloof.
maandag 24 juni 2013
Mijn geloof
Mijn beroep is
‘pastor’. Je mag me uiteraard ook
dominee noemen. Of predikant. Of voorganger. Het is om het even. Ik ben
betrokken op mensen. Ik heb een verhaal te vertellen aan de mensen om mij heen.
Woorden van hoop, van troost. Afhankelijk van de situatie.
Ik ben niet
een pastor met een gemeente. Ik ben zelfs niet aangesloten bij een
kerkgenootschap. Dat biedt ruimte. Op deze manier hoef ik mij niet te
confirmeren aan een bepaalde kerkleer. Desondanks ben ik een protestantse
pastor. Ik zet mezelf in de gereformeerde traditie. Dat vind ik namelijk de
meest rijkvolle traditie.
Maar als
gezegd: ik behoor nergens toe.
Het is dan ook
niet gek dat ik vaak de vraag krijgt, wat ik nou precies geloof. Want omdat ik
bij geen enkele kerk behoor, kan ik ook niet in een hokje worden geduwd. Laat ik
daarom uitleggen wat ik dan wel geloof.
Laat ik voorop
stellen dat ik de Bijbel als het “heilige boek” van mijn godsdienst beschouw. En
vanuit die vaststelling lees ik de Bijbel. Ik neem de Bijbel serieus, en de
boodschap is voor mij een leidraad in mijn leven. Ik geloof dat Jezus wel
degelijk de Zoon van God is. En dat deze profeet (zoals Johannes Hem
beschrijft) is gekruisigd, en op de derde dag is opgestaan.
Voor mij is
dat een uitgemaakte zaak. De Bijbel is geen verzameling van mooie verhalen,
opgetekend door mensen die hoop en troost willen bieden in moeilijke tijden. Ik
moet weinig hebben van de vrijzinnige stroming binnen de Protestantse Kerk in
Nederland. De Bijbel verhaalt van Gods bemoeienis met de wereld vanaf het
begin; niet van de onderlinge verbondenheid van mensen die in elkaar een hogere
macht herkennen.
God is. Dat
God ook gebeurt tussen mensen, is een gevolg van Zijn aanwezigheid.
Ik houd graag
van het evangelie van Johannes. De evangelist beschrijft Jezus als het
vleesgeworden Woord. De Schepper in eigen Persoon. Ik interpreteer Johannes als
volgt: dat het Woord een dynamisch gegeven is.
Het is van
belang om de Bijbel te hebben. Het Boek is een fundament waar je op terug kunt
vallen. Een uitgangspunt. Maar met Johannes in de hand, en zeker na Pinksteren,
laat God zien dat de exacte woordformulering van ondergeschikt belang is.
Het gaat niet
zozeer om de juridische formulering, maar wel om de boodschap. We leven vanuit
de boodschap dat Jezus is gekruisigd, én is opgestaan uit de doden. Op welke
manier je deze boodschap vertelt, of welke woorden je precies gebruikt, dat is
ondergeschikt aan de genade van God.
Immers, niet
voor niets zeiden spotters tijdens de eerste Pinksterdag: ‘Die Galileeërs
zullen wel dronken zijn.’ Wartaal lijkt het. Maar genade brengt mensen zeker in
verwarring. Omdat het confronterend is.
Taal is
belangrijk om de boodschap te verkondigen. Maar taal is niet heilig. Niet vasthouden
aan de Statenvertaling. Want het Woord is dynamisch.
Ik hoop dat
mijn verhaal duidelijk is. Als ik te vaag ben, hoor ik het graag. Want ik wil
niets liever dan duidelijkheid scheppen.
woensdag 19 juni 2013
Hotpants
Actualiteitenprogramma
1Vandaag zond vandaag een item uit over de hotpants. Dat zijn mini-broekjes,
die meisjes met warm weer graag dragen. En niet alleen hotpants, ook korte
rokjes en naveltruitjes. Kan dat in onze tijd? En waarom wel of waarom niet?
Uiteraard ging
1Vandaag ook naar een school toe. Een school waar scholieren gepaste kleding
moeten dragen. Nog voordat ik wist om wat voor school het ging, dacht ik wat ik
al vermoedde: dat zal wel weer een christelijke school zijn.
Inderdaad, een
“kristelijke school” in
Middelharnis. Waar de directeur in een grijs driedelig pak stond. En scholieren
vrolijk rondliepen in hun minibroekjes en dito topjes.
Ik vind dat de
christelijke school een punt heeft. Als je ziet hoe sommige (vooral) meisjes
zich kleden, daar krijg je plaatsvervangende schaamte van. En dat een christelijke
school zich nog buigt over de kleedstijl van haar leerlingen: bravo.
Ik moest
denken aan een sketch uit het satirische programma Draadstaal. In de eerste
aflevering was te zien dat een vrouw aangifte deed van aanranding. De agent in
kwestie liet weten dat hij niet helemaal verrast was door de aanranding. Zijn chef
evenmin.
Laat ik helder
zijn: een verkrachting is nooit goed te praten, en er zijn ook geen
verzachtende omstandigheden. Maar als een slachtoffer zijn (haar) best doet om
een aanranding te voorkomen, zou ik dat zeer aanbevelen.
Dus laat die
xxs-broekjes maar thuis.
Niet alleen op
school.
Maar ook als
je de kerk in komt.
maandag 17 juni 2013
Cel voor bijbelschennis Egypte
In Egypte is een bekende imam
veroordeeld voor bijbelschennis. Ahmed Abdallah, ook bekend als Abu Islam,
verscheurde het boek tijdens een demonstratie. Hij krijgt acht jaar cel.
Abu Islam, die
in Egypte een eigen tv-programma heeft, deed op 11 september vorig jaar mee aan
een protest tegen de anti-islamfilm 'Innocence of Muslims'. Daarin wordt
de profeet Mohammed belachelijk gemaakt door een koptische regisseur.
De rechter
achtte Abu Islam schuldig aan belediging van religie en het verstoren van de
vrede. Ook zijn zoon deed mee aan het protest; hij kreeg drie jaar cel. Beide
mannen gaan in hoger beroep.
Bron: NOS.nl
zondag 16 juni 2013
Frits Rijpma lijsttrekker ChristenUnie Leeuwarden
LEEUWARDEN –
Frits Rijpma (56) is dinsdagavond gekozen tot lijsttrekker van de ChristenUnie
Leeuwarden voor de gemeenteraadsverkiezingen in november 2013. Tijdens de
algemene ledenvergadering van de lokale kiesvereniging is de kieslijst
vastgesteld. Rijpma, vorig jaar gekozen tot Politicus van het jaar 2012,
vervult sinds afgelopen zomer de functie van fractievoorzitter.
De top-vijf
van de kieslijst wordt verder ingevuld door respectievelijk Annemieke Koezema
(nu lid steunfractie), Gert Jan Wiersma (eveneens steunfractie), Henk Voerman
(voorzitter Provinciale Unie) en Suzanne Scholten (steunfractie). Bij het
samenstellen van de lijst is onder meer gekeken naar de nieuwe dorpen, die na
de gemeentelijke herindeling bij de gemeente Leeuwarden behoren.
Tijdens de ALV
is ook het verkiezingsprogramma besproken. Deze is nog niet definitief
vastgesteld; een aantal onderdelen moet nog verder worden uitgewerkt.
Wel is gekozen
om de campagne in te gaan met drie herkenbare ChristenUnie-thema’s: naastenliefde,
waarbij wordt omgezien naar elkaar en iedereen meedoet in de samenleving;
talenten, waarbij zowel jongeren als ouderen een actieve rol in de samenleving
vervullen; en rentmeesterschap, waarbij sociale ontwikkeling en ondernemerschap
worden gestimuleerd.
dinsdag 11 juni 2013
It’s a cold and it’s a broken hallelujah
De vriend die
ik vorige week sprak, liet me dit weekend een lied horen. Hij vertelde dat hij
wel wat kon met dat lied. ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen. ‘Kijk,’ zei mijn
vriend, ‘dit lied verwoordt wat ik bedoel. Cohen heeft het in dit lied over een
koude en gebroken halleluja. Dat is wat ik mis in Opwekking, Sela en al die
nieuwe gospelmuziek.’
Ik ben hier
over gaan nadenken. En ik denk dat ik begrijp wat mijn vriend bedoelt. Volgens
mij dit: zeker de religieuze muziek moet doorleefde muziek zijn, de luisteraar
moet horen dat de zanger weet waar hij het over heeft. En dat gevoel, dat de
artiest zijn halleluja (gebroken, koud of heilig) meent en leeft, dat mist bij “Opwekking”.
Misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. En kennen Matthijn Buwalda, Joop Gankema en Kees Kraayenoord wel degelijk die halleluja-stemming van Leonard Cohen. Maar daar wordt dan te weinig van overgedragen.
Misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. En kennen Matthijn Buwalda, Joop Gankema en Kees Kraayenoord wel degelijk die halleluja-stemming van Leonard Cohen. Maar daar wordt dan te weinig van overgedragen.
zondag 9 juni 2013
Veronachtzaming van Gods Woord
Gisteren had
ik het over een gesprek met een vriend van mij. Over de Syrische opstand, die
hij in zich voelt.
In het Bijbels
dagboekje Immanuël, van de Protestantse Kerk, las ik gisteren een stukje over
de eerste gemeente. De apostelen hebben het in hoofdstuk 6 van Handelingen een
stuk drukker gekregen. Er is gemor binnen de groeiende gemeente. Groeistuipen?
In ieder geval een gelegenheid om de zaak grondig te analyseren.
De apostelen
zijn duidelijk. Oorzaak van de crisis is de veronachtzaming van Gods Woord.
Volgens de
auteur van de dagoverdenking, kunnen we deze analyse ook naar onze gemeente
toe-eigenen. In onze gemeente kan ook gemopper ontstaan. Ik citeer graag het
stukje uit Immanuël. En misschien is dat een stukje hoop voor mijn vriend.
“Kan het niet
zus, of zo, of in ieder geval anders? Onze neiging is dan om in de activiteiten
bij te sturen. Handelingen 6 wijst ons een andere weg: terug naar het Woord. Daarbij
op zoek naar mensen die leven van de heilige Geest. Dat wil zeggen, nauwkeurig
acht slaan op de gaven en talenten in de gemeente en in ons eigen leven. Dat biedt
een uitweg uit het gemor.”
zaterdag 8 juni 2013
“Syrische Opstand”
Vanmiddag
sprak ik een vriend van mij. Omdat ik pastor ben, en hij geïnteresseerd in
theologie, spreken we vaak over kerkzaken. De Bijbel, theologische
verhandelingen, kerkpolitiek. Gewoon, omdat het kan.
Het gesprek
van vanmiddag verliep anders dan ik had verwacht. Ditmaal moest de pastor in
mij naar boven komen. Een luisterend oor avant la lettre. Mijn vriend vertelde
dat hij in verwarring is, al een aantal jaar. Of nou ja, verwarring? In ieder
geval ervaart hij zichzelf steeds meer als opstandig.
Enorm opstandig.
Alsof hij inwendig een Syrische Opstand voert.
Deze opstand
gaat niet tegen de demonen of duivelse krachten. Deze opstand is veel
subtieler, zei mijn vriend. Het gaat namelijk tegen Opwekking en de hele
muzikale ontwikkeling binnen zijn kerk.
Mijn vriend
behoort tot een van de traditionele gereformeerde kerken, een van de laatste ‘zuilen’
uit de vorige samenleving. Steeds vaker wordt afscheid genomen van de psalmen,
gezangen en geestelijke hymnen. Meer een meer wordt Opwekking gezongen. Of Sela.
Kees Kraaijenoord.
Want dat wil
de jeugd.
Maar mijn
vriend niet, hoewel hij wel degelijk nog tot de jeugd behoort.
Hij vertelde:
‘Al die
Opwekking en Sela en dat soort muziek, daar krijg ik jeuk van. Ik herken me
daar totaal niet in, het staat volledig buiten mijn wereld. Het beeld uit die
muziek komt totaal niet overeen met mijn wereldbeeld.
Maar ik wordt
wel gedwongen om mee te zingen. Want dat moet. De jeugd wil vernieuwing, en ik
ben jeugd, dus ik moet wel vóór zijn voor deze ontwikkeling. Maar dat ben ik
dus niet. Ik zing liever een psalm van David, dat al eeuwen oud is, met
orgelbegeleiding, dan een hippe song van Sela.
Na een ‘Opwekkingsdienst’,
met veel nieuwe liederen, wil ik snel naar huis. Tijd om mijn eigen muziek op
te zetten. Dat wordt dan vaak stevige kost. Bob Dylan (altijd wel goed), Tom Waits,
Nick Cave. Een goede compensatie voor het zoetsappige uit de kerk.
Maar ben ik
dan zo uniek? Ben ik de enige jongere die vervreemd raakt van mijn eigen
generatie? De dictatuur van mijn zuil is nu de dictatuur van Opwekking. En dat
bevalt me niet.
Het is alsof
ik een Syrische Opstand in mij ervaar. Waarbij “Opwekking” gelijk staat aan
Assad. Dat is vanzelfsprekend geen compliment. Ik weet dat ik het nu sterk
neerzet, domi, maar dat moet ik wel doen. Anders komt mijn boodschap niet over.
Help me,
vriend. Anders radicaliseer ik. En dat is voor niemand goed.’
donderdag 30 mei 2013
Afscheid van de PvdA
Wie bijna een halve eeuw lid is van de Partij van de Arbeid neemt niet
luchthartig afscheid. Ik heb er geruime tijd over gedacht en lang geaarzeld,
maar ik heb besloten mijn lidmaatschap van de partij op te zeggen. Ik ben en
blijf sociaaldemocraat. Juist daarom voel ik mij niet langer huis in de PvdA.
De partij heeft zich steeds verder van de beginselen van de sociaal democratie
verwijderd.
maandag 13 mei 2013
65 jaar Israël
Morgen viert
de Staat Israël haar 65e verjaardag. Geheel tegen de verwachting in.
In de voorbijgaande jaren heeft Israël veel te verduren gehad. De ene oorlog na
de andere. Momenteel huizen twee vijandige volken op het grondgebied aan de
Middellandse Zee.
In de week
voorafgaand aan de verjaardag van de Joodse Staat heb ik het boekje ’50 jaar
Israël, hoe lang nog?’ gelezen van Pim Fortuyn. Het boekje is vijftien jaar
oud, en geschreven door de socioloog die drie jaar later de politiek in ging.
Wat is er in
die vijftien jaar gebeurt? Fortuyn zelf maakte de overstap van publicist en
wetenschapper naar de politiek – het Rotterdamse gemeenteraadslid en de
lijsttrekker van de Lijst Pim Fortuyn, werd ruim een week voorafgaand aan de landelijke
verkiezingen vermoord.
In 1998 was
Benjamin Nethanyahu premier. Nu is Bibi opnieuw de premier van zijn land.
Yasser Arafat was de onbetwiste leider van de Palestijnen. De Palestijnen
vormen nu in politieke zin een sterk verdeeld volk.
De voormalige
professor neemt in zijn boekje ’50 jaar Israël’ duidelijk stelling in vóór
Israël. Beter gezegd, Fortuyn is een pleitbezorger voor het voortbestaan van de
seculiere Joodse Staat. Niet voor
niets is de ondertitel van Fortuyns boek
‘Tegen het tolereren van fundamentalisme’.
Fortuyn is
hoopvol voor Israël, ondanks alle tegenslag die de staat heeft overwonnen. En er
is hoop voor het eindeloze conflict in het Midden-Oosten, waar een Koude Oorlog
heerst. Strijdende partijen moeten namelijk worden verlicht: geen
fundamentalisme meer, maar geseculariseerde vormen van religie.
Volgens de
wijlen politicus kennen het jodendom en het christendom door de bank genomen
geseculariseerde vormen. Fundamentalistische joden en christenen zijn er
nauwelijks meer. En als die extreme vormen er nog zijn, is het een kwestie van
tijd: dan zijn ook de laatste der Mohikanen overgegaan tot het modernisme.
Het
modernisme, dat is het humanisme. Volgens Fortuyn hét antwoord op alle vormen
van ideologieën. Geen einde der geschiedenis, maar respectvol omgaan met
elkaar. En niet het eigen geloof tot norm verheffen. Het jodendom en
christendom hebben dat in het verleden wel gedaan, maar zijn nu geseculariseerd
en daarmee cultuurdragers geworden. Geen beleidsmakers over de invulling van
het religieuze.
Die kant moet
het Midden-Oosten ook op. Wanneer de orthodoxe joden hun nederzettingen opgeven
– de joodse variant op de Zuid-Afrikaanse Boeren -, en de moslims hun religie
seculariseren, is vrede in Israël nabij.
Dat er sprake
is van een Koude Oorlog tussen de islam en het modernisme, is helder. Drie jaar
na de publicatie van ’50 jaar Israël’, vlogen de vliegtuigen in het World Trade
Center in Amerika. Een ultiem bewijs van de strijd tussen de
fundamentalistische moslims en het moderne Westen: mannen met baarden die het
hart van de westerse economie treffen.
En toch,
Fortuyn laat mijn handen jeuken. Als hij het heeft over de secularisering van
de religie. Fundamentalistische christenen – laat ik mij daar maar tot beperken
– vormen een uitstervend ras, en spelen nu een marginale rol.
Ik citeer: ‘De
moderniteit heeft het christendom zijn fundamentalistische tanden evenwel
effectief uitgetrokken en wat daar nog van over is, is folklore en hindert ons
niet. Zo mag [Leen] Van Dijke van de RPF van mij best zeggen dat hij mensen die
de homoseksualiteit praktiseren verwerpelijk vindt en dat zij ingaan tegen Gods
wetten. Een kennis waarop een christenfundamentalist als Van Dijke het patent
heeft. En ok al zou Van Dijke het hier morgen voor het zeggen hebben, dan nog
zou het leefbaar zijn, omdat het ‘gif’ van de moderniteit ook hem heeft aangetast
tot in de haarvaten van zijn denken, voelen, handelen en bestaan. Christendom en
jodendom vormen dus geen enkele bedreiging voor de moderniteit, op wat
splintergroeperingen na, die lastig kunnen zijn maar grosso modo over te weinig
slagkracht beschikken.’
Dit stoort mij.
Blijkbaar heeft het christendom anno 1998 te weinig laten zien waar zij voor
staat. ‘De ware christen’ is niet naar voren gekomen. De boodschap van liefde
en de oproep tot bekering, omdat we van onze Schepper genade hebben ontvangen, is
niet breed gedragen in de maatschappij. Wat is daar vijftien jaar later over
veranderd?
Welk beeld
hebben christenen in de samenleving? Zijn gelovigen, die de Bijbel nog steeds
serieus nemen, inderdaad folklore? Is de Biblebelt een soort openluchtmuseum
voor verloren tijden? Het wordt tijd dat we ons als christenen beter en
duidelijker manifesteren.
donderdag 9 mei 2013
Bob Dylan – When He returns
The iron hand it ain’t no match for the iron rod
The strongest wall will crumble and fall to a mighty God
For all those who have eyes and all those who have ears
It is only He who can reduce me to tears
Don’t you cry and don’t you die and don’t you burn
For like a thief in the night, He’ll replace wrong with right
When He returns
The strongest wall will crumble and fall to a mighty God
For all those who have eyes and all those who have ears
It is only He who can reduce me to tears
Don’t you cry and don’t you die and don’t you burn
For like a thief in the night, He’ll replace wrong with right
When He returns
Truth is an arrow and the gate is narrow that it
passes through
He unleashed His power at an unknown hour that no one knew
How long can I listen to the lies of prejudice?
How long can I stay drunk on fear out in the wilderness?
Can I cast it aside, all this loyalty and this pride?
Will I ever learn that there’ll be no peace, that the war won’t cease
Until He returns?
He unleashed His power at an unknown hour that no one knew
How long can I listen to the lies of prejudice?
How long can I stay drunk on fear out in the wilderness?
Can I cast it aside, all this loyalty and this pride?
Will I ever learn that there’ll be no peace, that the war won’t cease
Until He returns?
Surrender your crown on this blood-stained ground,
take off your mask
He sees your deeds, He knows your needs even before you ask
How long can you falsify and deny what is real?
How long can you hate yourself for the weakness you conceal?
Of every earthly plan that be known to man, He is unconcerned
He’s got plans of His own to set up His throne
When He returns
He sees your deeds, He knows your needs even before you ask
How long can you falsify and deny what is real?
How long can you hate yourself for the weakness you conceal?
Of every earthly plan that be known to man, He is unconcerned
He’s got plans of His own to set up His throne
When He returns
Copyright © 1979 by Special Rider Music
zondag 5 mei 2013
Ernst Jansz – Een Ogenblik in de Wind
als boven het
vlakke land
de torenklokken slaan
in het oosten woedt er brand
alle doden tellen wij
hoe moet ik dan bestaan
maar in mijn armen lag jij
en in het westen de zee
de torenklokken slaan
in het oosten woedt er brand
alle doden tellen wij
hoe moet ik dan bestaan
maar in mijn armen lag jij
en in het westen de zee
een ogenblik in
de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
waar de westenwind woont
en de bakens staan
waste jij mijn handen schoon
dansten kinderen op het strand
schreven wij in zoete waan
onze namen in het zand
en op kwam de zee
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
waar de westenwind woont
en de bakens staan
waste jij mijn handen schoon
dansten kinderen op het strand
schreven wij in zoete waan
onze namen in het zand
en op kwam de zee
een ogenblik in
de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
zo denk ik aan jou
leg mij neer in de nacht
en in leegte en kou
is jouw mantel voor mij
mijn liefde zo zacht
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
zo denk ik aan jou
leg mij neer in de nacht
en in leegte en kou
is jouw mantel voor mij
mijn liefde zo zacht
een ogenblik in
de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind
© 1999
zaterdag 4 mei 2013
Een handreiking
Dodenherdenking
levert de laatste jaren steeds meer discussie op. Kan een gedicht over een ‘foute
oom’ wel voorgelezen worden tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam? Mag
een burgemeester wel langs de graven van Duitse soldaten tijdens de
plaatselijke dodenherdenking?
Zulke vragen
liggen altijd gevoelig. En daarom erg genuanceerd. Goed en fout liggen dicht
bij elkaar. Een plichtsgetrouwe Duitse soldaat is toch fout, omdat hij een
verkeerde leider diende. En een Nederlander die een betere maatschappij wil, is
ook fout omdat hij heult met een nazi-sympathiserende organisatie.
Maar toch.
Cabaretier Pieter Derks liet vrijdagavond in De Wereld Draait Door een goede
oneliner vallen: als er iets is wat we van WO-II hebben geleerd, is het dat we
mensen niet moeten categoriseren in herkomst of nationaliteit.
Ook Duitse
slachtoffers zijn slachtoffers van de oorlog. Niet elke Duitser was een foute
nazi.
Ik moest door
die opmerking van Derks denken aan twee zinnen, waarvan de ene misschien een bewerking
is van de andere zin. De Nederlandse zin komt van de Zeeuw Broeder Dieleman:
Rond de bocht ligt er genade. De Amerikaanse zin komt van Bob Dylan: Freedom, just around the corner
for you.
4 en 5 mei:
het blijft actueel.
vrijdag 26 april 2013
Love Hurts
Love wounds, and
mars,
Any heart, not tough,
Or strong, enough
To take a lot of pain,
Take a lot of pain
Love is like a cloud
Holds a lot of rain
Love hurts, ooh ooh love hurts
I’m young, I know,
But even so
I know a thing, or two
I learned, from you
I really learned a lot,
Really learned a lot
Love is like a flame
It burns you when it's hot
Love hurts, ooh ooh love hurts
Some fools think of happiness
Blissfulness, togetherness
Some fools fool themselves I guess
They're not foolin me
I know it isn't true,
I know it isn't true
Love is just a lie,
Made to make you blue
Love hurts, ooh,ooh love hurts
Ooh,ooh love hurts
I know it isn't true,
I know it isn't true
Love is just a lie,
Made to make you blue
Love hurts, ooh ooh love hurts
Ooh ooh love hurts
Ooh ooh...
Any heart, not tough,
Or strong, enough
To take a lot of pain,
Take a lot of pain
Love is like a cloud
Holds a lot of rain
Love hurts, ooh ooh love hurts
I’m young, I know,
But even so
I know a thing, or two
I learned, from you
I really learned a lot,
Really learned a lot
Love is like a flame
It burns you when it's hot
Love hurts, ooh ooh love hurts
Some fools think of happiness
Blissfulness, togetherness
Some fools fool themselves I guess
They're not foolin me
I know it isn't true,
I know it isn't true
Love is just a lie,
Made to make you blue
Love hurts, ooh,ooh love hurts
Ooh,ooh love hurts
I know it isn't true,
I know it isn't true
Love is just a lie,
Made to make you blue
Love hurts, ooh ooh love hurts
Ooh ooh love hurts
Ooh ooh...
maandag 22 april 2013
Thirsty Boots – Eric Andersen
You've
long been on the open road,
You've
been sleeping in the rain,
From
dirty words and muddy cells
Your
clothes are smeared and stained,
But
the dirty words and muddy cells
Will
soon be hid in shame
So
only stop to rest yourself
Till
you are off again
Chorus:
So
take off your thirsty boots
and
stay for a while,
Your
feet are hot and weary,
from
a dusty mile,
And
maybe I can make you laugh,
maybe
I can try,
I'm
just looking for the evening,
the
morning in your eye.
So
tell me of the ones you saw
As
far as you could see
Across
the plain from field to town
A-marching
to be free
And
of the rusted prison gates
That
tumbled by degree
Like
laughing children, one by one,
They
look like you and me
Chorus.
I
know you are no stranger down
The
crooked rainbow trails
From
dancing cliff-edged shattered sills
Of
slandered, shackled jails
For
the voices drift up from below
As
the walls they're being scaled
Yes,
all of this, and more, my friend,
Your
song shall not be failed.
Chorus.
Yes,
you've long been on the open road
You've
been sleeping in the rain
From
dirty words and muddy cells
Your
clothes are smeared and stained
But
the dirty words, the muddy cells,
They'll
soon be judged insane
So
only stop to rest yourself
'til
you are off again.
Chorus.
zaterdag 20 april 2013
Leonard Cohen – Hallelujah
I've heard there was a secret chord
That David played, and it pleased the Lord
But you don't really care for music, do you?
It goes like this
The fourth, the fifth
The minor fall, the major lift
The baffled king composing Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Your faith was strong but you needed proof
You saw her bathing on the roof
Her beauty in the moonlight overthrew you
She tied you to a kitchen chair
She broke your throne, and she cut your hair
And from your lips she drew the Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Baby I have been here before
I know this room, I've walked this floor
I used to live alone before I knew you.
I've seen your flag on the marble arch
Love is not a victory march
It's a cold and it's a broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
There was a time when you let me know
What's really going on below
But now you never show it to me, do you?
And remember when I moved in you
The holy dove was moving too
And every breath we drew was Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Maybe there’s a God above
But all I’ve ever learned from love
Was how to shoot at someone who outdrew you
It’s not a cry you can hear at night
It’s not somebody who has seen the light
It’s a cold and it’s a broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
You say I took the name in vain
I don't even know the name
But if I did, well, really, what's it to you?
There's a blaze of light in every word
It doesn't matter which you heard
The holy or the broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
I did my best, it wasn't much
I couldn't feel, so I tried to touch
I've told the truth, I didn't come to fool you
And even though it all went wrong
I'll stand before the Lord of Song
With nothing on my tongue but Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah
That David played, and it pleased the Lord
But you don't really care for music, do you?
It goes like this
The fourth, the fifth
The minor fall, the major lift
The baffled king composing Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Your faith was strong but you needed proof
You saw her bathing on the roof
Her beauty in the moonlight overthrew you
She tied you to a kitchen chair
She broke your throne, and she cut your hair
And from your lips she drew the Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Baby I have been here before
I know this room, I've walked this floor
I used to live alone before I knew you.
I've seen your flag on the marble arch
Love is not a victory march
It's a cold and it's a broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
There was a time when you let me know
What's really going on below
But now you never show it to me, do you?
And remember when I moved in you
The holy dove was moving too
And every breath we drew was Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Maybe there’s a God above
But all I’ve ever learned from love
Was how to shoot at someone who outdrew you
It’s not a cry you can hear at night
It’s not somebody who has seen the light
It’s a cold and it’s a broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
You say I took the name in vain
I don't even know the name
But if I did, well, really, what's it to you?
There's a blaze of light in every word
It doesn't matter which you heard
The holy or the broken Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
I did my best, it wasn't much
I couldn't feel, so I tried to touch
I've told the truth, I didn't come to fool you
And even though it all went wrong
I'll stand before the Lord of Song
With nothing on my tongue but Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah
maandag 15 april 2013
Bijbel-edities
De invoering
van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heeft tot een wildgroei geleid. Overal duiken
bijzondere edities op van de NBV. De Jongerenbijbel, met ‘moderne
kanttekeningen’ (aldus mijn vrijgemaakte collega Van der Heide). De Studiebijbel
en de Studiebijbel in Perspectief (dát zijn pas moderne kanttekeningen, Van der
Heide!). En natuurlijk de Zorgbijbel, de Metalbijbel, de Meidenbijbel, et
cetera.
Wanneer
tijdens een dienst het gekozen Schriftgedeelte wordt voorgelezen door een
gemeentelid, biedt mij dat de gelegenheid de gemeente rond te kijken. Het gros
van de gemeente leest mee via de beamer. Lang leve de moderne ontwikkelingen. Het
volk kan niet meer aankomen door te zeggen dat ze de Bijbel is vergeten; in
veel gemeentes wordt vrijwel alles geprojecteerd.
Een aantal
gemeenteleden leest mee uit een meegenomen Bijbel. Wel zo goed, want je kunt
makkelijker de context bekijken, en snel zelf wat opzoeken. Van die
gemeenteleden hebben sommigen een Studiebijbel of Jongerenbijbel mee. Wat ik op
zich een goede zaak vind, maar toch ook mijn twijfels bij heb.
Niet dat het
verboden is om zo’n Bijbel met kanttekeningen mee te nemen. Zulke Bijbels
kunnen je goed begeleiden in het onderwijs van de Schrift. Goed voor
persoonlijke Bijbelstudie, en voor gesprekken in de miniwijken of groeigroepen.
Maar niet
zozeer voor een kerkdienst. Af en toe bekruipt mij het idee dat ik word
gecontroleerd. Of dat de jongeren – die vaak zo’n Bijbel meenemen – om zich
heen kijken: puur om te zien of zij wel worden opgemerkt met zo’n bijzondere Bijbel.
Dat zij net een stapje verder gaan dan de rest van de gemeenteleden. Dat ze
eigenlijk net als de dominee zijn.
Nogmaals, het
is niet fout om zo’n Bijbel mee te nemen naar de kerk. Maar het geeft wel een
verkeerd signaal af.
zaterdag 13 april 2013
Bomhoff in NRC Handelsblad
Hebt u het gezien? Misschien zelfs gelezen? Ex-minister van Volksgezondheid en ex-vice-premier Eduard Bomhoff publiceerde vandaag in NRC Handelsblad een ingezonden brief. De voormalige LPF'er neemt het op voor wijlen Margareth Thatcher. Volgens Bomhoff had Thatcher, de eerste vrouwelijke minister-president van Engeland, toch gelijk in haar strijd tegen de inflatie.
Het is niet heel verwonderlijk dat Bomhoff een artikel heeft geschreven over de economie. En over de invloed van de politiek op de economie. Eduard was zelf jarenlang de partij-econoom van de Partij van de Arbeid. Momenteel is hij hoogleraar Economie aan de Monash Universaty in Melbourne.
En toch, iets wringt er bij mij. Ik weet dat ik als predikant geen waarde-oordeel "mag" uitspreken over mensen. Maar ik waag het toch om vandaag als politicoloog te reageren. Want ik denk dat het niet slim is van Eduard om te reageren in NRC Handelsblad.
Want de lezers van misschien wel de grootste kwaliteitskrant van Nederland, kennen de professor nog wel. In het eerste kabinet-Balkenende was hij LPF-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. En was hij namens het LPF-smaldeel de vice-premier van het kabinet.
Daar zit 'm de kneep. Als LPF-bewindspersoon kreeg Bomhoff het aan de stok met Herman Heinsbroek. Die was weer minister van Economische Zaken, ook van LPF-huize. De twee ministers lagen elkaar volstrekt niet. De professor en de zakenman. De hoogleraar en de geldverdiener. Bomhoff, de intellectueel die een autoritaire leider zou zijn, tegenover Heinsbroek, de voormalige baas van platenzaak Arcade, die wel van een proefballonnetje hield.
De spanning tussen Bomhoff en Heinsbroek liep in 2002 zelfs zo hoog op, dat Balkenende al binnen drie maanden weer bij de koningin zat. Om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden. Het opstappen van Bomhoff en Heinsbroek, een dag na de uitvaart van prins Claus, kon de zaak niet redden. Balkenende-I flopte finaal, terwijl het land nog in nationale rouw was wegens een koninklijk sterven.
Met deze geschiedenis is het niet slim om je, als ex-minister en mede-verantwoordelijke voor het vallen van Balkenende-I, te mengen in een economisch verhaal. Waarin je het opneemt voor een iron lady, die zelfs na haar dood het Verenigd Koninkrijk verdeelt.
Eduard Bomhoff is een 'politieke vluchteling' aan de andere kant van de wereld. Het lijkt me verstandig dat onze voormalige vice-premier zich daar koest houdt voor enig Nederlands politiek bedrijven.
Professor, blijf in uw hok.
vrijdag 12 april 2013
Dominee Frank J.
Dominee Frank J. is veroordeeld tot 7
jaar cel. Hij heeft zijn vriend, de 56-jarige predikant Piersma met een bijl vermoord. Nu heeft het recht gesproken.
Ik vind dit triest. Dat
mijn beroep in dit daglicht wordt gesteld. Dominees doen maar: ze prediken
liefde en huwelijk tussen man en vrouw; maar beide mannen waren met elkaar, en
de een vermoord de ander.
Wat ik er over wil
zeggen? Ik zeg er helemaal niets over. Ik huil.
Abonneren op:
Posts (Atom)