woensdag 31 juli 2013

Blog afgelopen

Dit blog is afgelopen. Dominee Van Zanten is echter niet voorbij. Vanaf morgen is Ds. Van Zanten te lezen op www.fritstromp.nl. Een nieuwe kansel, zogezegd.

dinsdag 30 juli 2013

Koopzondag of koopmaandag

De verslaggever van NOS had vanochtend de zomercolumn. Hij vertelde over zijn woonplaats Utrecht, waar sinds kort alle winkels op zondag open zijn. Elke zondag koopzondag. Want zondagmiddag om drie uur moet je wel een spijkerbroek kunnen kopen.
Nietwaar?
Maar de zomercolumn is op maandag opgenomen. De dag dat alle winkels in hetzelfde Utrecht dicht waren. Moraal van het verhaal was dat dit de prijs van de vooruitgang was.
Mooie vooruitgang dan.

zondag 14 juli 2013

Rumah Saya

Vorige week schreef ik over mijn zwervende bestaan. Ik had het onder meer over het liedje Engjelushe van Stef Bos. Altijd maar onderweg, naar een nieuwe bestemming. Overal thuis, dus altijd een vreemde. Een verloren bestaan, zou je kunnen zeggen.
Een vergelijkbaar thema zit in het lied Rumah Saya van Doe Maar. Geschreven door Ernst Jansz, een Indo. Zelf geboren in Nederland, maar zich niet thuis voelend in het kale land. Verlangend naar het land van zijn vader. Maar ook daar als een vreemde worden aangekeken.
Zwevend tussen het moederland en het vaderland.
Ik zal niet zeggen dat Rumah Saya 1-op-1 op mij van toepassing is. Maar in literaire zin is het een mooi thema.


dinsdag 9 juli 2013

Verloren te leven

Omdat ik geen eigen gemeente heb, reis ik nog veel door het land. Maar ik kom altijd weer thuis. In Leeuwarden. Want de Friese hoofdstad is mijn uitvalbasis. Voor al mijn activiteiten. Het is prettig om ondanks het vele gereis een eigen stek te hebben.
Vossen hebben holen, de vogels hebben nesten. De Zoon des Mensen heeft geen plek om Zijn hoofd te rusten. Hoewel Hij woonde in Kapernaüm. En was opgegroeid in Nazareth in Galilea. Toch was Hij altijd opgejaagd.
Zo ben ik dus niet. Wel altijd onderweg – en in die zin lijk ik wel wat op mijn Werkgever. Met dit verschil dus, dat ik wel ’s avonds mijn hoofd te ruste leg. Op mijn eigen bed nog wel.
Omdat ik veel uit van huis ben, ben ik ook niet getrouwd. Niet omdat ik dat niet zou willen. Of omdat ik dat onverenigbaar met mijn functie als voorganger. Maar puur uit een praktisch motief: ik heb er weinig tijd voor. Of ik neem er weinig tijd voor. Zoiets kan natuurlijk ook.
Van de week vroeg iemand naar mijn huwelijkse staat. Er zijn toch genoeg meisjes vrouwen die als een hulp bij u passen, dominee? Terwijl ik die vraag hoorde, moest ik denken aan een liedje van Stef Bos, die zanger uit ‘het gereformeerde Veenendaal’.
In het lied Engjellushe bezingt Bos twee meisjes die hem aankijken. Bos schreef het liedje in een land uit –ik geloof- het voormalige Joegoslavië. Engjellushe en Marinella. In het eerste couplet introduceert Bos ze als volgt:

Ze zijn overal thuis
Dus altijd een vreemde
En ik weet wat het is
Om verloren te leven
Twee kleine meisjes
Kijken mij aan
Ze zitten daar samen
En ik zing hun naam 

Ik weet wat het is om verloren te leven. Ik leid geen verloren bestaan. Zo is het niet met mij gesteld. Maar ik snap wel wat Bos hiermee bedoelt. Altijd op weg, altijd maar aanpassen aan het nieuwe. En daarmee niet jezelf kunnen zijn, zodat je altijd een vreemde bent.
Zo voelde ik mij toen ik de vraag kreeg over mijn (toekomstige) huwelijksleven. Ik leef wat verloren tussen hier, nu, daar, toen, altijd, overal, onderweg, thuis.
Onrust.
Misschien dat die onrust wel weggaat als ik een vrouw aan mijn zijde heb. Maar daarvoor moet ik eerst in een diepe slaap komen. En het moet me een rib uit mijn lijf kosten. Hopelijk ben ik daar spoedig aan toe.

zaterdag 6 juli 2013

Egypte

Egypte is een ‘dynamisch land’, heet dat dan. Een land in ontwikkeling. Maar ik weet niet of ik deze ontwikkeling zo dik onderstreep. Van oudsher heeft Egypte een negatieve klank, zeker bij joden en christenen. Het Egypteland staat gelijk aan de slavernij. Volgens mijn vrijzinnige collega’s is Egypte het symbool van slavernij, maar is van een historische onderdrukking geen of nauwelijks sprake.
Dat is op voor dit verhaal ook niet heel relevant, of de slavernij van de joden in Egypte daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Ik geloof van wel. Daarmee behoor ik misschien tot een steeds kleinere minderheid. Maar waarom zou de minderheid geen gelijk kunnen hebben?
In elk geval is de naam van Egypte in theologische zin verbonden met onderdrukking. De farao, de oude koning van het land van de Nijl, en de piramides. Symbolen van vroeger, van vervlogen tijden. Wat toen was, geldt nu allang niet meer.
Toch?
Ik weet het niet. Natuurlijk is het goed dat een dictator het veld moet ruimen. Een leider mag nooit boven het volk staan. Het volk mag nooit doodsbang zijn voor de leider. Dat was voor Mubarak een harde les. De Arabische Lente kostte hem zijn politieke kop.
Maar wat je ook van die dekselse Hosni mag vinden, hij bracht wel een redelijke stabiliteit in het Midden-Oosten. De relatie met Israël was gespannen, maar de kans op oorlog tussen deze twee landen was minimaal.
Nadat de demonstranten aanhielden en daardoor wonnen, brak het land uit in chaos. Het machtsvacuüm is nooit helemaal goed gevuld. De eerste democratisch gekozen president, Morsi, moest begin deze maand ook zijn koffers pakken. Spreekwoordelijk dan, want de man staat onder huisarrest.
Wat er nu gaat gebeuren, is niet duidelijk. Van een routekaart naar stabiliteit is niets te vinden. En dat vind ik jammer. Misschien varen de Egyptenaren wel bij duidelijkheid en structuur. Die duidelijkheid en structuur valt op dit moment lastig te combineren met een jonge democratie.
Zo is vandaag een priester vermoord. Een koptische priester. Misschien omdat de koptische paus de coup tegen Morsi steunde. Morsi was een Moslimbroeder, en de moord op de priester komt uit de Moslimbroederschap.
Moraal van het verhaal?
Maranatha!

vrijdag 5 juli 2013

Godsacker van Franeker

In Franeker heb je De Skûle. Deze instelling zet zich in op sociaal-cultureel gebied. En wil mensen met elkaar verbinden. Het bekende werk: ouderen en jongeren, krachtigen en zwakkeren. Verbinden van mensen. De maatschappij weer tot een geheel maken.
Tot zover de hoffelijkheden. Als dominee kan ik hier niet tegen zijn.
Wie wel, overigens?
Maar het meest opvallende aan deze organisatie vind ik de fysieke locatie. Misschien moet ik er niet meer achter zoeken dan een toevallige samenloop van omstandigheden. Hoewel ik trouwens niet in het toeval geloof – Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus leert dat we álles, gezondheid, ziekte, voorspoed, tegenspoed, leven en dood uit Gods hand ontvangen.
En toch, laat ik het dan frappant noemen.
Dat De Skûle op Godsacker is gevestigd.
Mooier kan het niet.

dinsdag 2 juli 2013

Maarten van Roozendaal

Gisteren overleed liedjesmaker Maarten van Roozendaal. Hij was al geruime tijd ernstig ziek. Een wedergeboren christen kon je Van Roozendaal niet noemen. Met een tekst als bijvoorbeeld ‘Red mij niet’.
Dat vind ik triest.
Over zijn sterfbed is niets bekend – maar toch hoop ik dat Van Roozendaal genuanceerder is gaan denken. Over zijn sterven is helemaal niets bekend – maar misschien dat Van Roozendaal zich als de moordenaar aan het kruis zijn leven heeft gekeerd.
Je weet het niet.`
Ik hoop het maar voor hem.

zondag 30 juni 2013

Carel ter Linden – Wat doe ik hier in godsnaam?

Het afgelopen weekend heb ik het boek ‘Wat doe ik hier in godsnaam’ van mijn collega-pastor Carel ter Linden gelezen. Om twee redenen. De eerste reden is dat ik het boek wilde lezen in het kader van de vakliteratuur. Het is goed om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen je vakgebied.
De tweede reden was voor mij misschien wel doorslaggevender. De media meldden namelijk dat de voormalige hofpredikant Ter Linden met dit boek afscheid nam van het christelijke geloof. Ik wilde dat zelf beoordelen.
Terwijl ik bedacht dat ik dat zelf wilde beoordelen, schoot me God in gedachten. De God waarvan Carel dus afstand zou hebben genomen. Want mij bereikten de berichten dat Ter Linden zijn besluit had genomen. Dat ik zijn gedachtegang zelf wilde beoordelen, linkte ik aan Gods bezoek aan Abraham.
In Genesis 18 wordt beschreven hoe drie mannen een bezoek brengen aan Abraham en Sara. De drie mannen blijken God en twee engelen te zijn. Drie mannen met een missie. Ze kondigen het hoogbejaarde echtpaar aan dat ze het jaar erop een gezonde zoon hebben.
Na een oosterse maaltijd, doet Abraham God uitgeleide. De Heer vertrouwt Abraham toe dat Hij van plan is om Sodom en Gomorra om te draaien. Maar voor het zover is, gaat God naar die twee steden toe. Als argument voor Diens bezoek, zegt God tegen Abraham:
‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten.’ (vers 18 en 19).
Dat wil ik weten.
Ik zal niet zeggen dat Wat doe ik hier in godsnaam? het nieuwe Sodom en Gomorra is. Maar ik wilde wel weten wat Ter Linden schreef.
Laat ik beginnen te zeggen dat Wat doe ik hier in godsnaam? een persoonlijk inkijkje geeft in Ter Lindens theologische keuken. Maar daarmee is het ook gezegd. Want inderdaad: Ter Lindens jongste boek, met een provocerende titel, is inderdaad een droevig boek.
Waarom?
Omdat van God geen spaan heel wordt gelaten. God bestaat volgens Ter Linden niet. De Schepper is een verhaal, een transcedent gegeven. De evolutieleer (lang niet altijd even sterk) wordt als de waarheid neergezet. En God wordt aan onze menselijke verbeelding gespiegeld. Wie zo de Bijbel leest, houdt inderdaad weinig over van God.
Ter Linden beschrijft de klassieke vragen in zijn boek. Als God er is, als Hij liefde is, waarom dan tsunami’s? Waarom dan Auschwitz? Waarom het lijden? Waarom kanker? Vragen die sinds de zondeval het menselijk geslacht teisteren.
Vragen die in ons bestaan relevant zijn. En vaak ook onbeantwoord blijven. Omdat we ons niet kunnen voorstellen dat God dat toelaat. We weten niet waarom God ons straft, ervan uitgaande dat ellende een oorzakelijk verband houdt met zonde. En met God.
Laat ik afsluiten met de intro van Willem Smouters recensie in ND Gulliver van vrijdag 21 juni jongst lede: “Dominee Carel ter Linden neemt in zijn recente boek vrijwel volledig afscheid van het christelijk geloof. Goed voorstelbaar. Gelukkig is God groter dan ons voorstellingsvermogen.”

N.a.v. Carel ter Linden – Wat doe ik hier in godsnaam?, uitgeverij De Arbeiderspers Utrecht, 2013

zaterdag 29 juni 2013

Vervelende reclame

De laatste dagen hoor ik op de televisie een vervelende reclame. Een jongen zoekt via een hotel-zoekmachine naar een geschikt hotel. Uiteraard voor z’n tweeën – vriendin gaat ook mee. Dat is al een ding: de tijd dat je mee mocht met je schoonfamilie in spe, en dat je dan op de kamer van je aanstaande zwager sliep, ligt ver achter ons.
Nee, nu ga je gezamenlijk op vakantie. Met z’n tweetjes. Ongeacht de lengte van de verkering. Of je nu al drie jaar verkering hebt, of elkaar vanmiddag op de markt hebt leren kennen, it makes no difference.
Het meest vervelende vind ik de vraag, gesteld door een willekeurig meisje: “Slapen jullie niet samen?” De jongen had daar zelf nog niet aan gedacht. Uiteraard slapen ze samen.
De tijd dat je met elkaar het bed deelt als je getrouwd bent, is achterhaald. Natuurlijk slaap je met je partner. En of je je vriend of vriendin al lang kent of juist nog kort, maakt niet uit. Het gaat om het moment van nu.
Nu ben je samen, nu geniet je van elkaar. Dus nu moet je het ervan nemen.
Ik mag dan wel ouderwets zijn, maar ik vind dit dus niet kunnen.


dinsdag 25 juni 2013

Mijn geloof, deel 2: rond de bocht ligt er genade

Gisteren schreef ik iets over mijn geloof. Over het dynamische karakter van mijn geloof. Ik schreef dat het in mijn geloof gaat om de boodschap, en niet om de letterlijke formulering. Dat is natuurlijk ook niet haalbaar in de kerk na Pinksteren: de boodschap van Jezus’ opstanding heeft in elke taal weer andere woorden en formuleringen.
Ik ben wel voorstander van het gebruik van herkenbare formuleringen. De Tale Kanaäns, zo je wilt. Het laat zien uit welke stroming je komt. Voor je zieleheil heeft het niets van doen.
Ik kan mijn geloof het beste verduidelijken aan de hand van een citaat. Dit citaat komt van Bob Dylan, geboren en getogen als een joods jongetje, daarna een ‘born again’-christen, en weer later een religieus wezen. In een interview in 1997, sprak Dylan het volgende:

Here's the thing with me and the religious thing. This is the flat-out truth: I find the religiosity and philosophy in the music. I don't find it anywhere else. Songs like "Let Me Rest on a Peaceful Mountain" or "I Saw the Light"—that's my religion. I don't adhere to rabbis, preachers, evangelists, all of that. I've learned more from the songs than I've learned from any of this kind of entity. The songs are my lexicon. I believe the songs. (bron: David Gates, Newsweek, ‘Dylan Revisited’, 8 juni 2010).

Dit is wat ik bedoel. Voor mij is het niet alleen I Saw The Light, maar ook Nederlandse varianten. Zoals bijvoorbeeld In Een Ander Licht, het Bijbelproject van Stef Bos en de NRCV. Of neem Broeder Dieleman, een Zeeuw met een gereformeerd-vrijgemaakte achtergrond. Schitterende teksten en muziek: ‘Rond de bocht ligt er genade’, of ‘Bid voor ons, die zondaars zien’.
De band Deadman met hun plaat Take Up Your Mat And Walk is ook schitterend. En kan met recht worden genoemd in dit verband.
Bob Dylan, de man van het citaat, is voor mij bij uitstek de vertegenwoordiger van dat religious thing. Hij neemt de Bijbel volstrekt serieus. Beelden uit het Woord maakt hij zich eigen en maakt er een nieuwe verhaal van. Met dezelfde boodschap.
De boodschap van ellende: de mens is ten dode opgeschreven. De boodschap van hoop: want de mens is verlost uit zijn ellendige en verrotte situatie. De boodschap van dankbaarheid: dat is Dylans lifestyle. Door met zijn talent (liedjes maken) te verkondigen hoe het zit.
Dat is mijn geloof.

maandag 24 juni 2013

Mijn geloof

Mijn beroep is ‘pastor’.  Je mag me uiteraard ook dominee noemen. Of predikant. Of voorganger. Het is om het even. Ik ben betrokken op mensen. Ik heb een verhaal te vertellen aan de mensen om mij heen. Woorden van hoop, van troost. Afhankelijk van de situatie.
Ik ben niet een pastor met een gemeente. Ik ben zelfs niet aangesloten bij een kerkgenootschap. Dat biedt ruimte. Op deze manier hoef ik mij niet te confirmeren aan een bepaalde kerkleer. Desondanks ben ik een protestantse pastor. Ik zet mezelf in de gereformeerde traditie. Dat vind ik namelijk de meest rijkvolle traditie.
Maar als gezegd: ik behoor nergens toe.
Het is dan ook niet gek dat ik vaak de vraag krijgt, wat ik nou precies geloof. Want omdat ik bij geen enkele kerk behoor, kan ik ook niet in een hokje worden geduwd. Laat ik daarom uitleggen wat ik dan wel geloof.
Laat ik voorop stellen dat ik de Bijbel als het “heilige boek” van mijn godsdienst beschouw. En vanuit die vaststelling lees ik de Bijbel. Ik neem de Bijbel serieus, en de boodschap is voor mij een leidraad in mijn leven. Ik geloof dat Jezus wel degelijk de Zoon van God is. En dat deze profeet (zoals Johannes Hem beschrijft) is gekruisigd, en op de derde dag is opgestaan.
Voor mij is dat een uitgemaakte zaak. De Bijbel is geen verzameling van mooie verhalen, opgetekend door mensen die hoop en troost willen bieden in moeilijke tijden. Ik moet weinig hebben van de vrijzinnige stroming binnen de Protestantse Kerk in Nederland. De Bijbel verhaalt van Gods bemoeienis met de wereld vanaf het begin; niet van de onderlinge verbondenheid van mensen die in elkaar een hogere macht herkennen.
God is. Dat God ook gebeurt tussen mensen, is een gevolg van Zijn aanwezigheid.
Ik houd graag van het evangelie van Johannes. De evangelist beschrijft Jezus als het vleesgeworden Woord. De Schepper in eigen Persoon. Ik interpreteer Johannes als volgt: dat het Woord een dynamisch gegeven is.
Het is van belang om de Bijbel te hebben. Het Boek is een fundament waar je op terug kunt vallen. Een uitgangspunt. Maar met Johannes in de hand, en zeker na Pinksteren, laat God zien dat de exacte woordformulering van ondergeschikt belang is.
Het gaat niet zozeer om de juridische formulering, maar wel om de boodschap. We leven vanuit de boodschap dat Jezus is gekruisigd, én is opgestaan uit de doden. Op welke manier je deze boodschap vertelt, of welke woorden je precies gebruikt, dat is ondergeschikt aan de genade van God.
Immers, niet voor niets zeiden spotters tijdens de eerste Pinksterdag: ‘Die Galileeërs zullen wel dronken zijn.’ Wartaal lijkt het. Maar genade brengt mensen zeker in verwarring. Omdat het confronterend is.
Taal is belangrijk om de boodschap te verkondigen. Maar taal is niet heilig. Niet vasthouden aan de Statenvertaling. Want het Woord is dynamisch.
Ik hoop dat mijn verhaal duidelijk is. Als ik te vaag ben, hoor ik het graag. Want ik wil niets liever dan duidelijkheid scheppen.

woensdag 19 juni 2013

Hotpants

Actualiteitenprogramma 1Vandaag zond vandaag een item uit over de hotpants. Dat zijn mini-broekjes, die meisjes met warm weer graag dragen. En niet alleen hotpants, ook korte rokjes en naveltruitjes. Kan dat in onze tijd? En waarom wel of waarom niet?
Uiteraard ging 1Vandaag ook naar een school toe. Een school waar scholieren gepaste kleding moeten dragen. Nog voordat ik wist om wat voor school het ging, dacht ik wat ik al vermoedde: dat zal wel weer een christelijke school zijn.
Inderdaad, een “kristelijke school” in Middelharnis. Waar de directeur in een grijs driedelig pak stond. En scholieren vrolijk rondliepen in hun minibroekjes en dito topjes.
Ik vind dat de christelijke school een punt heeft. Als je ziet hoe sommige (vooral) meisjes zich kleden, daar krijg je plaatsvervangende schaamte van. En dat een christelijke school zich nog buigt over de kleedstijl van haar leerlingen: bravo.
Ik moest denken aan een sketch uit het satirische programma Draadstaal. In de eerste aflevering was te zien dat een vrouw aangifte deed van aanranding. De agent in kwestie liet weten dat hij niet helemaal verrast was door de aanranding. Zijn chef evenmin.
Laat ik helder zijn: een verkrachting is nooit goed te praten, en er zijn ook geen verzachtende omstandigheden. Maar als een slachtoffer zijn (haar) best doet om een aanranding te voorkomen, zou ik dat zeer aanbevelen.
Dus laat die xxs-broekjes maar thuis.
Niet alleen op school.
Maar ook als je de kerk in komt.


maandag 17 juni 2013

Cel voor bijbelschennis Egypte

In Egypte is een bekende imam veroordeeld voor bijbelschennis. Ahmed Abdallah, ook bekend als Abu Islam, verscheurde het boek tijdens een demonstratie. Hij krijgt acht jaar cel.
Abu Islam, die in Egypte een eigen tv-programma heeft, deed op 11 september vorig jaar mee aan een protest tegen de anti-islamfilm 'Innocence of Muslims'. Daarin wordt de profeet Mohammed belachelijk gemaakt door een koptische regisseur.
De rechter achtte Abu Islam schuldig aan belediging van religie en het verstoren van de vrede. Ook zijn zoon deed mee aan het protest; hij kreeg drie jaar cel. Beide mannen gaan in hoger beroep.


Bron: NOS.nl

zondag 16 juni 2013

Frits Rijpma lijsttrekker ChristenUnie Leeuwarden

LEEUWARDEN – Frits Rijpma (56) is dinsdagavond gekozen tot lijsttrekker van de ChristenUnie Leeuwarden voor de gemeenteraadsverkiezingen in november 2013. Tijdens de algemene ledenvergadering van de lokale kiesvereniging is de kieslijst vastgesteld. Rijpma, vorig jaar gekozen tot Politicus van het jaar 2012, vervult sinds afgelopen zomer de functie van fractievoorzitter.
De top-vijf van de kieslijst wordt verder ingevuld door respectievelijk Annemieke Koezema (nu lid steunfractie), Gert Jan Wiersma (eveneens steunfractie), Henk Voerman (voorzitter Provinciale Unie) en Suzanne Scholten (steunfractie). Bij het samenstellen van de lijst is onder meer gekeken naar de nieuwe dorpen, die na de gemeentelijke herindeling bij de gemeente Leeuwarden behoren.
Tijdens de ALV is ook het verkiezingsprogramma besproken. Deze is nog niet definitief vastgesteld; een aantal onderdelen moet nog verder worden uitgewerkt.
Wel is gekozen om de campagne in te gaan met drie herkenbare ChristenUnie-thema’s: naastenliefde, waarbij wordt omgezien naar elkaar en iedereen meedoet in de samenleving; talenten, waarbij zowel jongeren als ouderen een actieve rol in de samenleving vervullen; en rentmeesterschap, waarbij sociale ontwikkeling en ondernemerschap worden gestimuleerd.

dinsdag 11 juni 2013

It’s a cold and it’s a broken hallelujah

De vriend die ik vorige week sprak, liet me dit weekend een lied horen. Hij vertelde dat hij wel wat kon met dat lied. ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen. ‘Kijk,’ zei mijn vriend, ‘dit lied verwoordt wat ik bedoel. Cohen heeft het in dit lied over een koude en gebroken halleluja. Dat is wat ik mis in Opwekking, Sela en al die nieuwe gospelmuziek.’
Ik ben hier over gaan nadenken. En ik denk dat ik begrijp wat mijn vriend bedoelt. Volgens mij dit: zeker de religieuze muziek moet doorleefde muziek zijn, de luisteraar moet horen dat de zanger weet waar hij het over heeft. En dat gevoel, dat de artiest zijn halleluja (gebroken, koud of heilig) meent en leeft, dat mist bij “Opwekking”.
Misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. En kennen Matthijn Buwalda, Joop Gankema en Kees Kraayenoord wel degelijk die halleluja-stemming van Leonard Cohen. Maar daar wordt dan te weinig van overgedragen.

zondag 9 juni 2013

Veronachtzaming van Gods Woord

Gisteren had ik het over een gesprek met een vriend van mij. Over de Syrische opstand, die hij in zich voelt.
In het Bijbels dagboekje Immanuël, van de Protestantse Kerk, las ik gisteren een stukje over de eerste gemeente. De apostelen hebben het in hoofdstuk 6 van Handelingen een stuk drukker gekregen. Er is gemor binnen de groeiende gemeente. Groeistuipen? In ieder geval een gelegenheid om de zaak grondig te analyseren.
De apostelen zijn duidelijk. Oorzaak van de crisis is de veronachtzaming van Gods Woord.
Volgens de auteur van de dagoverdenking, kunnen we deze analyse ook naar onze gemeente toe-eigenen. In onze gemeente kan ook gemopper ontstaan. Ik citeer graag het stukje uit Immanuël. En misschien is dat een stukje hoop voor mijn vriend.
“Kan het niet zus, of zo, of in ieder geval anders? Onze neiging is dan om in de activiteiten bij te sturen. Handelingen 6 wijst ons een andere weg: terug naar het Woord. Daarbij op zoek naar mensen die leven van de heilige Geest. Dat wil zeggen, nauwkeurig acht slaan op de gaven en talenten in de gemeente en in ons eigen leven. Dat biedt een uitweg uit het gemor.”

zaterdag 8 juni 2013

“Syrische Opstand”

Vanmiddag sprak ik een vriend van mij. Omdat ik pastor ben, en hij geïnteresseerd in theologie, spreken we vaak over kerkzaken. De Bijbel, theologische verhandelingen, kerkpolitiek. Gewoon, omdat het kan.
Het gesprek van vanmiddag verliep anders dan ik had verwacht. Ditmaal moest de pastor in mij naar boven komen. Een luisterend oor avant la lettre. Mijn vriend vertelde dat hij in verwarring is, al een aantal jaar. Of nou ja, verwarring? In ieder geval ervaart hij zichzelf steeds meer als opstandig.
Enorm opstandig. Alsof hij inwendig een Syrische Opstand voert.
Deze opstand gaat niet tegen de demonen of duivelse krachten. Deze opstand is veel subtieler, zei mijn vriend. Het gaat namelijk tegen Opwekking en de hele muzikale ontwikkeling binnen zijn kerk.
Mijn vriend behoort tot een van de traditionele gereformeerde kerken, een van de laatste ‘zuilen’ uit de vorige samenleving. Steeds vaker wordt afscheid genomen van de psalmen, gezangen en geestelijke hymnen. Meer een meer wordt Opwekking gezongen. Of Sela. Kees Kraaijenoord.
Want dat wil de jeugd.
Maar mijn vriend niet, hoewel hij wel degelijk nog tot de jeugd behoort.
Hij vertelde:
‘Al die Opwekking en Sela en dat soort muziek, daar krijg ik jeuk van. Ik herken me daar totaal niet in, het staat volledig buiten mijn wereld. Het beeld uit die muziek komt totaal niet overeen met mijn wereldbeeld.
Maar ik wordt wel gedwongen om mee te zingen. Want dat moet. De jeugd wil vernieuwing, en ik ben jeugd, dus ik moet wel vóór zijn voor deze ontwikkeling. Maar dat ben ik dus niet. Ik zing liever een psalm van David, dat al eeuwen oud is, met orgelbegeleiding, dan een hippe song van Sela.
Na een ‘Opwekkingsdienst’, met veel nieuwe liederen, wil ik snel naar huis. Tijd om mijn eigen muziek op te zetten. Dat wordt dan vaak stevige kost. Bob Dylan (altijd wel goed), Tom Waits, Nick Cave. Een goede compensatie voor het zoetsappige uit de kerk.
Maar ben ik dan zo uniek? Ben ik de enige jongere die vervreemd raakt van mijn eigen generatie? De dictatuur van mijn zuil is nu de dictatuur van Opwekking. En dat bevalt me niet.
Het is alsof ik een Syrische Opstand in mij ervaar. Waarbij “Opwekking” gelijk staat aan Assad. Dat is vanzelfsprekend geen compliment. Ik weet dat ik het nu sterk neerzet, domi, maar dat moet ik wel doen. Anders komt mijn boodschap niet over.
Help me, vriend. Anders radicaliseer ik. En dat is voor niemand goed.’

donderdag 30 mei 2013

Afscheid van de PvdA

Wie bijna een halve eeuw lid is van de Partij van de Arbeid neemt niet luchthartig afscheid. Ik heb er geruime tijd over gedacht en lang geaarzeld, maar ik heb besloten mijn lidmaatschap van de partij op te zeggen. Ik ben en blijf sociaaldemocraat. Juist daarom voel ik mij niet langer huis in de PvdA. De partij heeft zich steeds verder van de beginselen van de sociaal democratie verwijderd.

Lees verder op de website van Jan Pronk.

maandag 13 mei 2013

65 jaar Israël


Morgen viert de Staat Israël haar 65e verjaardag. Geheel tegen de verwachting in. In de voorbijgaande jaren heeft Israël veel te verduren gehad. De ene oorlog na de andere. Momenteel huizen twee vijandige volken op het grondgebied aan de Middellandse Zee.
In de week voorafgaand aan de verjaardag van de Joodse Staat heb ik het boekje ’50 jaar Israël, hoe lang nog?’ gelezen van Pim Fortuyn. Het boekje is vijftien jaar oud, en geschreven door de socioloog die drie jaar later de politiek in ging.
Wat is er in die vijftien jaar gebeurt? Fortuyn zelf maakte de overstap van publicist en wetenschapper naar de politiek – het Rotterdamse gemeenteraadslid en de lijsttrekker van de Lijst Pim Fortuyn, werd ruim een week voorafgaand aan de landelijke verkiezingen vermoord.
In 1998 was Benjamin Nethanyahu premier. Nu is Bibi opnieuw de premier van zijn land. Yasser Arafat was de onbetwiste leider van de Palestijnen. De Palestijnen vormen nu in politieke zin een sterk verdeeld volk.
De voormalige professor neemt in zijn boekje ’50 jaar Israël’ duidelijk stelling in vóór Israël. Beter gezegd, Fortuyn is een pleitbezorger voor het voortbestaan van de seculiere Joodse Staat. Niet voor niets is de ondertitel  van Fortuyns boek ‘Tegen het tolereren van fundamentalisme’.
Fortuyn is hoopvol voor Israël, ondanks alle tegenslag die de staat heeft overwonnen. En er is hoop voor het eindeloze conflict in het Midden-Oosten, waar een Koude Oorlog heerst. Strijdende partijen moeten namelijk worden verlicht: geen fundamentalisme meer, maar geseculariseerde vormen van religie.
Volgens de wijlen politicus kennen het jodendom en het christendom door de bank genomen geseculariseerde vormen. Fundamentalistische joden en christenen zijn er nauwelijks meer. En als die extreme vormen er nog zijn, is het een kwestie van tijd: dan zijn ook de laatste der Mohikanen overgegaan tot het modernisme.
Het modernisme, dat is het humanisme. Volgens Fortuyn hét antwoord op alle vormen van ideologieën. Geen einde der geschiedenis, maar respectvol omgaan met elkaar. En niet het eigen geloof tot norm verheffen. Het jodendom en christendom hebben dat in het verleden wel gedaan, maar zijn nu geseculariseerd en daarmee cultuurdragers geworden. Geen beleidsmakers over de invulling van het religieuze.
Die kant moet het Midden-Oosten ook op. Wanneer de orthodoxe joden hun nederzettingen opgeven – de joodse variant op de Zuid-Afrikaanse Boeren -, en de moslims hun religie seculariseren, is vrede in Israël nabij.
Dat er sprake is van een Koude Oorlog tussen de islam en het modernisme, is helder. Drie jaar na de publicatie van ’50 jaar Israël’, vlogen de vliegtuigen in het World Trade Center in Amerika. Een ultiem bewijs van de strijd tussen de fundamentalistische moslims en het moderne Westen: mannen met baarden die het hart van de westerse economie treffen.
En toch, Fortuyn laat mijn handen jeuken. Als hij het heeft over de secularisering van de religie. Fundamentalistische christenen – laat ik mij daar maar tot beperken – vormen een uitstervend ras, en spelen nu een marginale rol.
Ik citeer: ‘De moderniteit heeft het christendom zijn fundamentalistische tanden evenwel effectief uitgetrokken en wat daar nog van over is, is folklore en hindert ons niet. Zo mag [Leen] Van Dijke van de RPF van mij best zeggen dat hij mensen die de homoseksualiteit praktiseren verwerpelijk vindt en dat zij ingaan tegen Gods wetten. Een kennis waarop een christenfundamentalist als Van Dijke het patent heeft. En ok al zou Van Dijke het hier morgen voor het zeggen hebben, dan nog zou het leefbaar zijn, omdat het ‘gif’ van de moderniteit ook hem heeft aangetast tot in de haarvaten van zijn denken, voelen, handelen en bestaan. Christendom en jodendom vormen dus geen enkele bedreiging voor de moderniteit, op wat splintergroeperingen na, die lastig kunnen zijn maar grosso modo over te weinig slagkracht beschikken.’
Dit stoort mij. Blijkbaar heeft het christendom anno 1998 te weinig laten zien waar zij voor staat. ‘De ware christen’ is niet naar voren gekomen. De boodschap van liefde en de oproep tot bekering, omdat we van onze Schepper genade hebben ontvangen, is niet breed gedragen in de maatschappij. Wat is daar vijftien jaar later over veranderd?
Welk beeld hebben christenen in de samenleving? Zijn gelovigen, die de Bijbel nog steeds serieus nemen, inderdaad folklore? Is de Biblebelt een soort openluchtmuseum voor verloren tijden? Het wordt tijd dat we ons als christenen beter en duidelijker manifesteren.

donderdag 9 mei 2013

Bob Dylan – When He returns


The iron hand it ain’t no match for the iron rod
The strongest wall will crumble and fall to a mighty God
For all those who have eyes and all those who have ears
It is only He who can reduce me to tears
Don’t you cry and don’t you die and don’t you burn
For like a thief in the night, He’ll replace wrong with right
When He returns

Truth is an arrow and the gate is narrow that it passes through
He unleashed His power at an unknown hour that no one knew
How long can I listen to the lies of prejudice?
How long can I stay drunk on fear out in the wilderness?
Can I cast it aside, all this loyalty and this pride?
Will I ever learn that there’ll be no peace, that the war won’t cease
Until He returns?

Surrender your crown on this blood-stained ground, take off your mask
He sees your deeds, He knows your needs even before you ask
How long can you falsify and deny what is real?
How long can you hate yourself for the weakness you conceal?
Of every earthly plan that be known to man, He is unconcerned
He’s got plans of His own to set up His throne
When He returns

Copyright © 1979 by Special Rider Music

zondag 5 mei 2013

Ernst Jansz – Een Ogenblik in de Wind


als boven het vlakke land
de torenklokken slaan
in het oosten woedt er brand
alle doden tellen wij
hoe moet ik dan bestaan
maar in mijn armen lag jij
en in het westen de zee
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

waar de westenwind woont
en de bakens staan
waste jij mijn handen schoon
dansten kinderen op het strand
schreven wij in zoete waan
onze namen in het zand
en op kwam de zee
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

zo denk ik aan jou
leg mij neer in de nacht
en in leegte en kou
is jouw mantel voor mij
mijn liefde zo zacht
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

© 1999

zaterdag 4 mei 2013

Een handreiking


Dodenherdenking levert de laatste jaren steeds meer discussie op. Kan een gedicht over een ‘foute oom’ wel voorgelezen worden tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam? Mag een burgemeester wel langs de graven van Duitse soldaten tijdens de plaatselijke dodenherdenking?
Zulke vragen liggen altijd gevoelig. En daarom erg genuanceerd. Goed en fout liggen dicht bij elkaar. Een plichtsgetrouwe Duitse soldaat is toch fout, omdat hij een verkeerde leider diende. En een Nederlander die een betere maatschappij wil, is ook fout omdat hij heult met een nazi-sympathiserende organisatie.
Maar toch. Cabaretier Pieter Derks liet vrijdagavond in De Wereld Draait Door een goede oneliner vallen: als er iets is wat we van WO-II hebben geleerd, is het dat we mensen niet moeten categoriseren in herkomst of nationaliteit.
Ook Duitse slachtoffers zijn slachtoffers van de oorlog. Niet elke Duitser was een foute nazi.
Ik moest door die opmerking van Derks denken aan twee zinnen, waarvan de ene misschien een bewerking is van de andere zin. De Nederlandse zin komt van de Zeeuw Broeder Dieleman: Rond de bocht ligt er genade. De Amerikaanse zin komt van Bob Dylan: Freedom, just around the corner for you.
4 en 5 mei: het blijft actueel.

vrijdag 26 april 2013

Love Hurts


Love wounds, and mars, 
Any heart, not tough, 

Or strong, enough 

To take a lot of pain, 

Take a lot of pain 

Love is like a cloud 

Holds a lot of rain 

Love hurts, ooh ooh love hurts 


I’m young, I know, 

But even so 

I know a thing, or two 

I learned, from you 

I really learned a lot, 

Really learned a lot 

Love is like a flame 

It burns you when it's hot 

Love hurts, ooh ooh love hurts 


Some fools think of happiness 

Blissfulness, togetherness 

Some fools fool themselves I guess 

They're not foolin me 


I know it isn't true, 

I know it isn't true 

Love is just a lie, 

Made to make you blue 

Love hurts, ooh,ooh love hurts 

Ooh,ooh love hurts 


I know it isn't true, 

I know it isn't true 

Love is just a lie, 

Made to make you blue 

Love hurts, ooh ooh love hurts 

Ooh ooh love hurts 

Ooh ooh...

maandag 22 april 2013

Thirsty Boots – Eric Andersen


You've long been on the open road,
You've been sleeping in the rain,
From dirty words and muddy cells
Your clothes are smeared and stained,
But the dirty words and muddy cells
Will soon be hid in shame
So only stop to rest yourself
Till you are off again

Chorus:

So take off your thirsty boots
and stay for a while,
Your feet are hot and weary,
from a dusty mile,
And maybe I can make you laugh,
maybe I can try,
I'm just looking for the evening,
the morning in your eye.

So tell me of the ones you saw
As far as you could see
Across the plain from field to town
A-marching to be free
And of the rusted prison gates
That tumbled by degree
Like laughing children, one by one,
They look like you and me

Chorus.

I know you are no stranger down
The crooked rainbow trails
From dancing cliff-edged shattered sills
Of slandered, shackled jails
For the voices drift up from below
As the walls they're being scaled
Yes, all of this, and more, my friend,
Your song shall not be failed.

Chorus.

Yes, you've long been on the open road
You've been sleeping in the rain
From dirty words and muddy cells
Your clothes are smeared and stained
But the dirty words, the muddy cells,
They'll soon be judged insane
So only stop to rest yourself
'til you are off again.

Chorus.

zaterdag 20 april 2013

Leonard Cohen – Hallelujah


I've heard there was a secret chord
That David played, and it pleased the Lord
But you don't really care for music, do you?
It goes like this
The fourth, the fifth
The minor fall, the major lift
The baffled king composing Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

Your faith was strong but you needed proof
You saw her bathing on the roof
Her beauty in the moonlight overthrew you
She tied you to a kitchen chair
She broke your throne, and she cut your hair
And from your lips she drew the Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

Baby I have been here before
I know this room, I've walked this floor
I used to live alone before I knew you.
I've seen your flag on the marble arch
Love is not a victory march
It's a cold and it's a broken Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

There was a time when you let me know
What's really going on below
But now you never show it to me, do you?
And remember when I moved in you
The holy dove was moving too
And every breath we drew was Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

Maybe there’s a God above
But all I’ve ever learned from love
Was how to shoot at someone who outdrew you
It’s not a cry you can hear at night
It’s not somebody who has seen the light
It’s a cold and it’s a broken Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

You say I took the name in vain
I don't even know the name
But if I did, well, really, what's it to you?
There's a blaze of light in every word
It doesn't matter which you heard
The holy or the broken Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah

I did my best, it wasn't much
I couldn't feel, so I tried to touch
I've told the truth, I didn't come to fool you
And even though it all went wrong
I'll stand before the Lord of Song
With nothing on my tongue but Hallelujah

Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah, Hallelujah
Hallelujah

maandag 15 april 2013

Bijbel-edities


De invoering van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heeft tot een wildgroei geleid. Overal duiken bijzondere edities op van de NBV. De Jongerenbijbel, met ‘moderne kanttekeningen’ (aldus mijn vrijgemaakte collega Van der Heide). De Studiebijbel en de Studiebijbel in Perspectief (dát zijn pas moderne kanttekeningen, Van der Heide!). En natuurlijk de Zorgbijbel, de Metalbijbel, de Meidenbijbel, et cetera.
Wanneer tijdens een dienst het gekozen Schriftgedeelte wordt voorgelezen door een gemeentelid, biedt mij dat de gelegenheid de gemeente rond te kijken. Het gros van de gemeente leest mee via de beamer. Lang leve de moderne ontwikkelingen. Het volk kan niet meer aankomen door te zeggen dat ze de Bijbel is vergeten; in veel gemeentes wordt vrijwel alles geprojecteerd.
Een aantal gemeenteleden leest mee uit een meegenomen Bijbel. Wel zo goed, want je kunt makkelijker de context bekijken, en snel zelf wat opzoeken. Van die gemeenteleden hebben sommigen een Studiebijbel of Jongerenbijbel mee. Wat ik op zich een goede zaak vind, maar toch ook mijn twijfels bij heb.
Niet dat het verboden is om zo’n Bijbel met kanttekeningen mee te nemen. Zulke Bijbels kunnen je goed begeleiden in het onderwijs van de Schrift. Goed voor persoonlijke Bijbelstudie, en voor gesprekken in de miniwijken of groeigroepen.
Maar niet zozeer voor een kerkdienst. Af en toe bekruipt mij het idee dat ik word gecontroleerd. Of dat de jongeren – die vaak zo’n Bijbel meenemen – om zich heen kijken: puur om te zien of zij wel worden opgemerkt met zo’n bijzondere Bijbel. Dat zij net een stapje verder gaan dan de rest van de gemeenteleden. Dat ze eigenlijk net als de dominee zijn.
Nogmaals, het is niet fout om zo’n Bijbel mee te nemen naar de kerk. Maar het geeft wel een verkeerd signaal af. 

zaterdag 13 april 2013

Bomhoff in NRC Handelsblad

Hebt u het gezien? Misschien zelfs gelezen? Ex-minister van Volksgezondheid en ex-vice-premier Eduard Bomhoff publiceerde vandaag in NRC Handelsblad een ingezonden brief. De voormalige LPF'er neemt het op voor wijlen Margareth Thatcher. Volgens Bomhoff had Thatcher, de eerste vrouwelijke minister-president van Engeland, toch gelijk in haar strijd tegen de inflatie.
Het is niet heel verwonderlijk dat Bomhoff een artikel heeft geschreven over de economie. En over de invloed van de politiek op de economie. Eduard was zelf jarenlang de partij-econoom van de Partij van de Arbeid. Momenteel is hij hoogleraar Economie aan de Monash Universaty in Melbourne.
En toch, iets wringt er bij mij. Ik weet dat ik als predikant geen waarde-oordeel "mag" uitspreken over mensen. Maar ik waag het toch om vandaag als politicoloog te reageren. Want ik denk dat het niet slim is van Eduard om te reageren in NRC Handelsblad.
Want de lezers van misschien wel de grootste kwaliteitskrant van Nederland, kennen de professor nog wel. In het eerste kabinet-Balkenende was hij LPF-minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. En was hij namens het LPF-smaldeel de vice-premier van het kabinet.
Daar zit 'm de kneep. Als LPF-bewindspersoon kreeg Bomhoff het aan de stok met Herman Heinsbroek. Die was weer minister van Economische Zaken, ook van LPF-huize. De twee ministers lagen elkaar volstrekt niet. De professor en de zakenman. De hoogleraar en de geldverdiener. Bomhoff, de intellectueel die een autoritaire leider zou zijn, tegenover Heinsbroek, de voormalige baas van platenzaak Arcade, die wel van een proefballonnetje hield.
De spanning tussen Bomhoff en Heinsbroek liep in 2002 zelfs zo hoog op, dat Balkenende al binnen drie maanden weer bij de koningin zat. Om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden. Het opstappen van Bomhoff en Heinsbroek, een dag na de uitvaart van prins Claus, kon de zaak niet redden. Balkenende-I flopte finaal, terwijl het land nog in nationale rouw was wegens een koninklijk sterven.
Met deze geschiedenis is het niet slim om je, als ex-minister en mede-verantwoordelijke voor het vallen van Balkenende-I, te mengen in een economisch verhaal. Waarin je het opneemt voor een iron lady, die zelfs na haar dood het Verenigd Koninkrijk verdeelt.
Eduard Bomhoff is een 'politieke vluchteling' aan de andere kant van de wereld. Het lijkt me verstandig dat onze voormalige vice-premier zich daar koest houdt voor enig Nederlands politiek bedrijven.
Professor, blijf in uw hok.

vrijdag 12 april 2013

Dominee Frank J.


Dominee Frank J. is veroordeeld tot 7 jaar cel. Hij heeft zijn vriend, de 56-jarige predikant Piersma met een bijl vermoord. Nu heeft het recht gesproken.
Ik vind dit triest. Dat mijn beroep in dit daglicht wordt gesteld. Dominees doen maar: ze prediken liefde en huwelijk tussen man en vrouw; maar beide mannen waren met elkaar, en de een vermoord de ander.
Wat ik er over wil zeggen? Ik zeg er helemaal niets over. Ik huil.